Hoofdstuk 20 – 3: Kopstootjes

Het antwoord kwam snel. ‘Ik zie je bij Kopstootjes en Nog Zowat.’

Dat was een foute keuze. Als hij had gezegd dat ik naar Deze Zaken moest, een kunst-eetcafé waar we wel eens lunchten, had ik gedacht: oké, een ietwat artistieke omgeving en idem mensen, gasten in elk geval die niet zo erg op anderen letten of er een oordeel over velden. Maar Kopstootjes, zoals het uiteraard kortweg werd genoemd, was een typisch Amsterdams bruin café. Er kwam van alles wat en niet in de laatste plaats echte Amsterdammers, die overal direct een mening over hadden en die bij voorkeur luidkeels verkondigden. Ik keek even naar beneden naar mijn deco en besefte direct dat ik dat daar zeker niet zou moeten doen: hoofd rechtop houden, schouders beetje naar achteren. Redden wat er te redden viel. Het voelde alsof ik tentoongesteld ging worden. Opeens kreeg ik het gevoel dat dit precies was wat mijn Rick aan het doen was.

Ik zette koers naar Kopstootjes. Ze mochten daar naar me kijken, als Rick dat wilde, ik hoopte alleen dat de opmerkingen wat zouden meevallen.

Het terras bij Kopstootjes was vol. Dat was het al gauw want het bestond uit vijf tafeltjes op een plek die groot genoeg was voor vier. Ook binnen stonden redelijk wat mensen, vaste gasten, nam ik aan; het weer was eigenlijk te mooi om binnen te staan. Op het terras zag ik Rick niet zitten dus liep ik door naar binnen, waar vrijwel alleen mannen waren. Ik zag hoofden omdraaien en het was duidelijk dat die waardeerden wat ze zagen. Geen Rick. Verdomme. Ik overwoog weg te gaan, toen er een sms kwam.

‘Kom eraan. Ga maar vast aan de bar staan. Doe je spijkerjack uit en bestel een biertje voor me.’

Ik had de neiging om naar buiten te lopen en te kijken of ik hem zag. Hij moest me hebben gezien want hij mocht dan weten dat ik het gele jurkje aanhad, van het spijkerjackje kon hij onmogelijk op de hoogte zijn als hij me niet in de stad gezien had. Zou hij al bij Dresses naar me hebben gekeken?

Achteraf bevreemdde het me dat ik geen enkele twijfel had over de vraag of ik moest doen wat hij had ge-sms’t. In de kleedkamer van Dresses had ik even de neiging gehad om in mijn slipje te voelen en misschien tijd te nemen voor een klein strelinkje, maar ik had het niet gedaan. Ik wist dat ik opgewonden was en Rick had niet gezegd dat ik aan mezelf moest zitten. Dus deed ik het niet. En om dezelfde reden deed ik nu wat hij zei. Ik ging naar een hoekje aan de bar waar een beetje ruimte was en waar de mannen nog een klein beetje ruimte voor me maakten. Ik deed mijn jackje uit en zocht contact met de barman: ‘Twee biertjes,’ zei ik.

Alle delen.

0

Leave a Comment